Onderwijsdoelen
Hand in hand met een begeleider stoppen om over te steken (stoeprand = stoprand).
ZILL-DOELEN
IVzv2
Het werkgeheugen en het geheugen ontwikkelen en inzetten bij het leren - relevante informatie memoriseren.
IVzv3
Via modeling gedrag imiteren en zich eigen maken.
IKvk3
Flexibel omgaan met veranderende omstandigheden.
OWru7
Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten.
OWru7
De verkeersregels en aanwijzingen van een gezagsdragende figuur begrijpen en correct naleven.
OWru8
Onder begeleiding een eenvoudige, uitgestippelde reisweg volgen - in interactie de plaats waar men zich bevindt en de richting die men uitgaat aangeven.
MZrt1
Alleen of samen een plaats innemen tegenover objecten, ruimteaanduidingen of personen en daarbij rekening houden met de ruimtelijke begrenzingen.
MZrt2
De eigen bewegingen aanpassen aan statische en dynamische objecten door af te remmen, te stoppen, te vertragen, te versnellen en/of door van richting te veranderen, al dan niet met een voorwerp.
MZrt2
‘Stop’ als signaal begrijpen - de intentie om te stoppen tonen ook al lukt stoppen niet altijd goed.
GO!-DOELEN
3.5.9.4
Aangeven dat zij op de stoep moeten stappen.
3.5.9.5
Onder begeleiding op de stoep stappen zonder zichzelf of anderen in gevaar te brengen.
3.5.9.6
Aangeven dat zij moeten oversteken op een zebrapad of bij een gemachtigd opzichter.
6.1.2.17
Veiligheidsafspraken naleven.
6.2.5.1
Stappen of lopen op verschillende manieren in verschillende richtingen met of zonder voorwerpen in een omgeving met of zonder hindernissen.
OVSG-DOELEN
Leerplan wereldoriëntatie verkeer
1 De leerlingen kunnen zich bewegen binnen een afgebakende ruimte zoals de opdracht voorschrijft.
2 De leerlingen herkennen in de eigen omgeving de plaatsen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet.
3 De leerlingen beseffen dat het verkeer risico's inhoudt. Dit tonen ze door:
3.3 niet bruusk te reageren;
3.4 aan een bekende volwassene hulp te vragen om over te steken;
3.6 te stoppen aan de stoeprand alvorens over te steken;
3.9 rond te kijken en te luisteren om een verkeerssituatie op te nemen.
4 De leerlingen kunnen als voetganger onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen zoals:
4.1 op het trottoir blijven.
Leerplan lichamelijke opvoeding
9 De kleuters kunnen met een vooraf afgesproken antwoord reageren op een auditief, visueel of tactiel signaal.